Angiografie: 

De angiografie kamers zijn twee ruimtes waar röntgenonderzoek van de bloedvaten plaatsvindt. Als we spreken over angiografie, dan wordt ook wel vaak gesproken over bloedvatkatheterisatie. Met angiografie kijken we naar mogelijke bloedvat afwijkingen, doormiddel van een katheter aan te prikken in een slagader, meestal in de lies maar soms ook via de arm. Via de katheter wordt er een contrastvloeistof (bevat jodium) naar binnen gespoten en dit kunnen we dan zichtbaar maken via röntgenapparatuur. 

In deze kamer wordt gebruikt gemaakt van een c-boog röntgenapparaat. De MBB’er en radioloog beschermen zich doormiddel van het dragen van een loodschort, schildklierbeschermer en eventueel speciale bril. Verder staan ze achter loodschermen die ze door de ruimte kunnen verplaatsen. 

 

Mammografie: 

De mammografie kamer is de ruimte waar onderzoeken plaatsvinden voor het opsporen van borstkanker. Met een mammografie apparaat worden röntgenfoto’s gemaakt van de borsten, hierbij kan het vetweefsel, klierweefsel en bindweefsel van de borst zichtbaar gemaakt worden. Op deze manier kunnen eventuele afwijkingen opgespoord worden. 

Bij het maken van een mammogram ga je voor het röntgenapparaat staan en leg je je borst op een steun. Vervolgens wordt de blote borst tussen twee plexiglasplaten platgedrukt, zodat er van twee kanten een foto gemaakt kan worden. Hoe platter de borst, hoe beter de kwaliteit van de foto. In Nederland krijg je van je 50e tot je 75e levensjaar één keer in de twee jaar een oproep voor het bevolkingsonderzoek borstkanker met behulp van mammografie. 

De MBB’er staat achter een loodscherm tijdens het moment van de foto-opname. Dit om zich te beschermen tegen de straling. 

DEXA: 

Met de DEXA-scan kun je onderzoeken uitvoeren om te onderzoeken of een patiënt botontkalking heeft en zo ja, in welke mate. Met een DEXA-scan voer je een botdichtheidsmeting uit. Met de nieuwe scanner kun je tegenwoordig in korte tijd een botdichtheidsmeting van de heup en van de wervels uitvoeren en tevens ook een soort röntgenfoto van de wervels maken. 

DEXA staat voor ‘dual energy X-ray-absorptiometrie. 

 

MRI: 

MRI is een afkorting van Magnetic Resonance Imaging. Tijdens dit onderzoek schuif je door een tunnel heen, deze tunnel is een grote magneet. Naast het magnetisch effect in de tunnel zendt deze ook radiogolven uit. De combinatie van het magnetisch veld en de radiogolven wekken een reactie op in het lichaam waardoor MRI-beelden tot stand komen. 

Je lichaam bestaat grotendeels uit water. Hierin bevinden zich watermoleculen, die weer bestaan uit twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. Door de magnetische velden gaan bepaalde deeltjes van de waterstofatomen, de protonen, zich gedragen als een soort kleine magneetjes (ook wel magnetisatie). De radiogolven laten vervolgens de wateratomen trillen (ook wel resoneren). Hierdoor zenden de wateratomen een signaal uit naar een antenne die bij de tunnel hoort. De computer van de MRI-scan vormt het signaal tot afbeeldingen, die allerlei informatie bevatten over weefsels en organen. 

De patiënt moet alle metalen onderdelen vooraf uit/af doen, wegens het magnetisch veld van de MRI-scan. Ook de MBB’er doet dit en deze zit tijdens de uitvoering van het onderzoek in een ruimte naast de MRI-ruimte. 

 

CT:

CT is de afkorting van Computer Tomografie. Een CT-scan wordt ook wel CAT-scan genoemd. Met CT kun je afbeeldingen maken van doorsneden van je lichaam. Bij een CT-scan wordt er gebruikgemaakt van röntgenstraling (dezelfde straling die wordt gebruikt bij röntgenfoto's). 

Bij een CT-scan zit het personeel in een ruimte naast de CT-scan afgeschermd met een loodscherm/loodraam. Dit voor de veiligheid in verband met de röntgenstralen.